steek een kaars aan tegen al het duister
Op zaterdagmiddag 29 oktober was er weer Kaarsjesmiddag in de Nieuwe Kerk. Deze traditie bestaat al jaren en moet ook beslist voortgang blijven vinden. De kerk ontwikkelt zich steeds meer in de richting van missionaire presentie: als kerk willen we midden in de samenleving staan, merkbaar aanwezig zijn en onze handen uitstrekken naar de mensen. Niet de blik naar binnen richten maar juist naar buiten. Iets betekenen in de ons omringende maatschappij. In onze gemeente doen we dat op verschillende manieren, zoals met bijvoorbeeld ‘Oude Kerk Open’, en de Kaarsjesmiddag, waar deze overdenking over gaat.
In de Nieuwe Kerk kwamen heel verschillende mensen binnenlopen. Er waren gemeenteleden uit Oud- en Nieuw Rijswijk, er waren zoons die -ontroerd en ontroerend- namens hun oude moeder kwamen, mensen uit de buurt die al weken naar deze middag hadden uitgezien, oude mensen, een jonge moeder met drie kinderen en een baby in de kinderwagen, een mevrouw met een klein hondje, mensen die rust zochten, of contact, of misschien God. Allen kwamen ze binnen met verdriet en verlangen naar die ene -of die meerderen- die ze moeten missen in hun leven. De dood is onverbiddelijk, schreef iemand op een kaartje. Want mensen werden in de gelegenheid gesteld om een wens, een verlangen, een gebedsintentie op een kaartje te schrijven en dat op te hangen aan een hoge kaarsenstandaard. Mensen maakten van die gelegenheid gebruik, en op deze plek maak ik daar graag gewag van. De één schreef een briefje aan een overleden vader en moeder, iemand anders schreef een gebed tot God, ‘lieve God’ stond er boven en de wens werd geuit dat de fijne herinneringen zullen blijven. Weer een ander schreef over de liefste die er niet meer is, maar toch elke dag er is. Een echtpaar schreef over hoe anders het is zonder die ene, er was een gebedstekstje om vrede voor Oekraïne. Iemand schreef over een geliefd familielid dat zó graag wilde leven -maar dat de dood geen uitstel duldde, en er was een kaartje waar op stond dat er drie verloren geliefden waren die erg gemist worden maar dat ze nu in de hemel zijn.
Hoe mooi is het als mensen bij zo’n gelegenheid hun zielenroerselen aan het papier toevertrouwen. Hoe mooi is het als na een half uur, een uur, of soms twee en een half uur zitten in de kerkzaal er rust en vertrouwen is om zulke dingen op te schrijven. Dat is dan ook niet zómaar. Want wie op deze middag in de kerkzaal heeft gezeten, en dat waren er velen, werd rustig. Door de prachtige harpmuziek van Carla Bos. Door de gedichten die gelezen werden door Rina en Rosa. Door het zelf aansteken van een kaarsje, daarbij terzijde gestaan door Martha en Anneke. Al dat kaarslicht bij elkaar, op de Liturgische Tafel, vormde tezamen een zee van licht, warmte, vrede en rust, terwijl eenzaamheid, heimwee, gemis en verlangen er aan ten grondslag lag. Dát is dus mooi! Dat we als kerk iets kunnen bieden waardoor het menselijk gemoed, dat vaak heftig en onrustig is, soms zomaar kan transformeren naar iets waar de mensen vervuld en vreugdevol mee huiswaarts keren.
Behalve de mensen van wie ik de namen al genoemd heb, waren er nog veel meer mensen die samen de schouders eronder hebben gezet om deze mooie en zinvolle middag mogelijk te maken. De verschillende ruimtes waren mooi versierd, er was gezorgd voor koffie en thee met lekkere koekjes erbij, de bezoekers werden welkom geheten en wegwijs gemaakt. Bij het verlaten van de kerk werd hun een herinneringskaartje aangeboden. Er was gezorgd voor publiciteit. Er werd gezorgd voor zacht licht in de kerk en voor de geluidstechniek. Tevoren was geïnventariseerd welke spullen we in huis hadden of waar nog voor moest worden gezorgd. Iemand zorgde ervoor dat de bezoekers op de hoogte waren van de mogelijkheid een kaartje te schrijven en op te hangen, en van de mogelijkheid tot het voeren van een gesprek in zaal 4, waar gemeenteleden klaarzaten om die gesprekken aan te gaan. Al die mensen verdienen het om op deze plek eens even flink in het zonnetje gezet te worden en we zeggen, namens de kerk en namens alle bezoekers: ontzettend bedankt!
En zo gaan we voort, het licht tegemoet. We mogen elke dag een kaars aansteken. Want duisternis is er meer dan genoeg. Maar één kaars is genoeg tegen al het duister. Dat stond ook op het herinneringskaartje dat de mensen meekregen:
Steek een kaars aan tegen al het duister,
als een teken in een bange tijd;
dat ons leven niet in wanhoop eindigt,
dat de vrede sterker is dan strijd.
(Lied 286:3)
Het is waar. De dood is onverbiddelijk. Uitstel duldt hij niet als zijn tijd daar is. En toch… toch verliest deze harde macht het van de zachte krachten. Hij verliest het van iets kwetsbaars als een kaarsvlammetje. Van iets kwetsbaars als een mensenhart dat zich keert naar het licht. Hij verliest het van onzichtbare trillingen die worden voortgebracht door het beroeren van de snaren van een harp. Waar hebben we dat aan te danken. Iedereen die de middag heeft bezocht heeft op die vraag een eigen antwoord. Steek daarom zelf ook een kaars aan. Elk lichtje telt!
Met dank aan Lineke voor de foto’s!
Maria Opgelder